Menu
© Pinterest
Achtergrond

Testen of races houden die niet voor het kampioenschap tellen?

11 reacties | 7100x gelezen
26-02-2018 00:01

EvDelft | De Formule 1 is momenteel behoorlijk overgereglementeerd. Er wordt getest in februari en de eerste race is in maart. Het seizoen loopt tot en met eind november.

Bron: Joe Saward

Er zijn 20 of 21 races over de hele wereld, vaak zonder logica in volgorde. De moderne Formule 1-coureurs worden goed betaald voor hun kunnen en worden beziggehouden met sponsorevenementen, films en fitheidstrainingen. De teams investeren flink in hun coureurs en willen niet dat zij zichzelf kunnen bezeren in een andere klasse - een enkeling uitgezonderd.

Klinkt dat onwaarschijnlijk? Het jongste voorbeeld was Pascal Wehrlein, die zijn nek beschadigde toen hij meedeed aan de Race of Champions en de eerste twee races van 2017 voor Sauber moest missen. En in 2011 was er het beruchte ongeluk van Robert Kubica, dat - vooralsnog - een halt toeriep aan zijn Formule 1-carrière.

Het is niet altijd zo geweest. Natuurlijk mag je niet generaliseren omdat ook de sport is geëvolueerd, maar in de vroege jaren van de Formule 1 begon het wereldkampioenschap pas in mei en duurde maar tot september. Daarna gingen de teams naar de Verenigde Staten of Canada, of naar Mexico.

Het begin van het jaar werd gekenmerkt door enkele races in de Formule 1 die niet voor het wereldkampioenschap meetelde. Dat waren de races waarbij de nieuwe auto's werden uitgeprobeerd. Er waren een paar races op verschillende circuits in Groot-Brittannië, die allemaal wel graag een Formule 1-race wilden organiseren. Ook Pau en Syracuse hadden deze niet-kampioenschapsraces. Aan het einde van de jaren '40 en het begin van de jaren '50 was er een periode waarin de beste coureur enkele weken in Argentinië doorbracht, in de Temporada Serie. Het was daar dan zomer terwijl het hier winter was en de race werd georganiseerd door de overheid. Deze races stierven een stille dood maar werd in de jaren '60 nieuw leven ingeblazen voor de Formule 2 en Formule 3.

Tegen die tijd echter, brachten de Formule 1-coureurs de winter door in Australië en Nieuw Zeeland, waar zij deelnamen aan de Tasman Cup, die in 1964 van start ging. In die tijd reed de Formule 1 met motoren van 1½ liter en de auto's in de Tasman-serie gaven de coureur de kans te rijden met zwaardere motoren en werd dus erg populair. Die populariteit verdween grotendeels toen in 1966 de Formule 1 ook overstapte naar grotere motoren: 3 liter. De teams wilden niet meer investeren in verschillende motoren welke in hun auto's konden worden ingebouwd, om vervolgens de halve wereld over te reizen. Toch werden sommige auto's verkocht aan lokale coureurs die daar heel aardige dingen lieten zien.

De Tasman-serie duurde tot eind februari en de coureurs gingen daarna terug naar Europa, vaak na deel te hebben genomen aan de 24 uur van Daytona of de 12 uur van Sebring - afhankelijk van wie het meeste prijzengeld uitbetaalde. Aan het einde van de jaren '50, bijvoorbeeld, was er een korte periode waarbij coureurs deelnamen aan sportwagenraces in Cuba, in Havana, totdat Fidel Castro zijn coupe pleegde.

Ook was het in de jaren '60 heel normaal dat de Formule 1-coureurs deelnamen aan de CanAm-races. Dit begon in 1966 en werd officieel gehouden van september tot eind november. In 1969 waren er zelfs al races in juni. Bovendien deden veel coureurs mee aan de Indy 500, in de maand mei. Dat betekende dat de coureurs constant heen-en-weer vlogen tussen het Amerikaanse en Europese continent, tussen de CanAm en de Formule 1. Het seizoen eindigde in die tijd vaak in september, in Mexico. Van 1954 tot 1966 deden ook nog eens veel coureurs mee aan de Bahamas Speedweek. Dat was een serie van sportwagenraces op circuits in de Bahamas. Daar konden ze strijden tegen de beste Amerikaanse coureurs en tevens een leuk feestje bouwen met Kerstmis.

Later in de jaren '60 werd de Bahamas Cup verruild door het Springbok Kampioenschap, in Zuid Afrika, ook voor sportwagens. Dat was in november en december. Echter, hier gingen alleen de mindere goden uit de Formule 1 heen, en de cup was redelijk basaal. Velen waren toch al aanwezig in Zuid Afrika vanwege de Grote Prijs van Zuid Afrika welke rond Kerst verreden werd. Later werd dat verplaatst naar 1 januari. Daardoor hadden de grote namen in de Formule 1 precies genoeg tijd van Zuid Afrika naar Australië, voor de Tasmancup. Echter, de Tasmancup stierf ook een stille dood en de Grote Prijs van Zuid Afrika werd verplaatst naar begin maart. Wel werd er eerst tot uitentreuren getest op Kyalami, totdat er politieke onrust ontstond in het land, waardoor de activiteiten voorafgaand aan het seizoen verplaatst werden naar Zuid-Amerika, waar Rio de Janeiro bekend stond om zijn heerlijke weer. In de jaren '80 was dat een favoriete plek om de nieuwe auto's te testen. Bovendien werden de eerste twee races van het seizoen in die tijd verreden in Brazilië en Argentinië. Dat duurde tot eind jaren '90, toen Australië de openingsrace werd. Toen pas verplaatsten de tests zich naar Europese circuits.


❮ Vorig bericht | Volgend bericht ❯

Reacties

;