9 reacties | 7288x gelezen
25-01-2018 00:01

EvDelft | Als je ooit van plan bent een Formule 1-team op te richten, noem het dan niet Shannon. Er zijn al twee teams geweest met die naam en beiden hielden het niet echt lang vol. Oké, misschien is drie keer scheepsrecht, maar ze zeggen ook dat ongeluk vaak in drieën komt…

Bron: Joe Saward

Het eerste team dat Shannon heette, was in 1966. Aiden Jones, een 43 jaar oude ingenieur, ging een samenwerking aan met ontwerper Paul Emery. Jones was Iers, vandaar de naam Shannon. Hij werkte al sinds 1950 in de Formule 1, als monteur van Prins Bira. Hij ging daarna naar de Weir Lodge Garage in Chertsey voordat hij werd gecontracteerd door Scuderia Camoradi.

Zijn grootste wens was het ontwerpen van zijn eigen auto's en in 1962 kreeg hij een kans. Hij modificeerde een Cooper Formule Junior voor de Formule 1: de Aiden-Cooper. Ondanks enkele bemoedigende resultaten in races die niet voor het kampioenschap meetelden, hield het team al snel op te bestaan en Jones ging naar het Formule 1-team Scirocco. Dat was opgericht door de rijke Amerikaan Hugh Powell, die Emeryson - inderdaad, van Paul Emery - had overgenomen.

Ook dat team hield het niet lang vol en Jones besloot maar zijn eigen auto's te gaan ontwerpen. In 1966 werd de Formule 1 weer een 3-liter formule en het team begon te werken aan een Coventry Climax V8, met de naam Godiva. Deze motor was ontworpen in 1954 voor de toen geldende 2½ liter motoren voor de Formule 1.

Dit blok werd opgeboord tot 3 liter en het zag er op de testbank allemaal erg veelbelovend uit, al was de motor erg dorstig. De monocoque auto werd gebouwd van staal en de auto kreeg de naam Shannon SH1. Echter, de wagen was pas klaar voor de Grote Prijs van Groot-Brittannië, in juli 1966. Vanwege het hoge brandstofverbruik, werden er extra benzinetanks in de auto gemonteerd. De eerste training werd gereden door Syd Fox. Daarna nam Trevor Taylor de auto over. Taylor wist de wagen op de achttiende plek te kwalificeren: zeven seconden langzamer dan de pole positie. In de race raakte één van de reservetanks lek in de eerste ronde, en Taylor zette de auto aan de kant.

Dat was dan dat voor Shannon.


Het copyright van deze foto ligt bij FormulaF1.es.

Het tweede team met de naam Shannon verscheen eventjes in 1996. Aaron Colombo, de eigenaar van het Italiaanse composietbedrijf Belco-Avia, liet weten dat hij het zieltogende Forti voor 51% had overgenomen van een bedrijf in Dublin, met de naam Shannon (opgericht door de zoon van Aiden Jones). Het bedrijf Shannon was in handen van een Italiaans bedrijf met de naam FinFirst. Op papier was dat weer in handen van een in Italië gevestigde Duitser met de naam Hermann 'Ben' Gartz, die door de Oostenrijkse politie werd gezocht en in diverse andere Europese landen niet echt welkom was. Hij was goede vrienden met televisiemagnaat Silvio Berlusconi, die heel toevallig de dagelijkse leiding had over FinInvest.

Colombo zette de overeenkomst dat hij niet had, en later zou betalen aan Guido Forti, nu schuldeiser van Colombo. Die laatste beweerde dat de overeenkomst tussen hem en Colombo niet werd nageleefd en dat hij nooit geld had gezien van Colombo. Hij stapte naar de rechter en enkele races later had hij weer de leiding over zijn team, dat nu weer Forti heette. Slechts enkele races lang verschenen de auto's in het Shannon-groen, maar het hield op te bestaan toen het team door de motoren heen was. Nieuwe werden niet geleverd omdat er niet voor werd betaald. Forti trok het team terug uit het Formule 1-kampioenschap om zo een boete van de FIA te vermijden.


Het copyright van deze foto ligt bij CDN-Images.

❮ Vorig bericht | Volgend bericht ❯