12 reacties | 7815x gelezen
17-12-2017 20:00
EvDelft | Aurelius Ambrosius was de bisschop van Milaan in de vierde eeuw. Uiteindelijk is hij heilig verklaard, en in Engeland is hij bekend als Saint Ambrose.
Bron: Joe Saward
De Milanezen noemen hem Sant'Amroeus. Hij is hun heilige en om die reden werd in 1951 door een groep gelijkgestemden een team opgericht met de naam Scuderia Sant'Amroeus. Het was alles Milaan, net als het eerdere Scuderia Ambrosiana, dat in 1937 was opgericht door graaf Giovanni Lurani en de coureurs Luigi Villoresi en Franco Cortese dat was geweest.
Scuderia Sant'Amroeus was het geesteskind van de 42 jaar oude erfgenaam van een cosmeticabedrijf met de naam Eugenio Dragoni. Hij probeerde in zijn jeugd te racen, maar kwam er al snel achter dat hij beter was als manager dan als coureur. Daarom praatte hij een paar vrienden om te investeren in zijn team. Daaronder waren Franco Martinengo, het hoofd van de ontwerpafdeling van Pininfarina, en Elio Zagato, van de Zagato-familie, die ook een ontwerpbureau had voor auto's. Dan was er nog Alberto della Beffa, een Olympisch bobsleeër, en coureur Alessandro Zafferri. In de jaren '50 had het team redelijk was succes in de toerwagens en sportwagens, met gekochte Alfa Romeo's.
Één van de doelen van het team was het promoten van jong Italiaans talent. In de jaren '50 was er heel wat Italiaans talent verloren gegaan: in 1957 verongelukte Eugenio Castellotti en in 1958 verongelukte Luigi Musso. De Italiaanse automobielfederatie was bezig manier te verzinnen nieuwe coureurs te vinden en zette een raceklasse op waarin namen als Giancarlo Baghetti en Lorenzo Bandini gingen rijden.
Dragoni kreeg het ondertussen voor elkaar een Ferrari 156 te huren van Enzo Ferrari, waarmee hij Scuderia Sant'Ambroeus liet debuteren in de Formule 1. Het team had steun en hulp van het fabrieksteam en zo debuteerde Giancarlo Baghetti op Syracuse met Sant'Ambroeus. Hij wist de race te winnen. Zijn tweede race, ook een race die niet voor het kampioenschap meetelde, was de Grote Prijs van Napels en ook die wist Baghetti te winnen.
Opeens besloot Olivier Gendebien te stoppen bij Ferrari en zo kon Baghetti zijn debuut maken in het wereldkampioenschap Formule 1. Dat was tijdens de Grote Prijs van Frankrijk op Reims. En die race wist hij ook te winnen... al was het maar omdat alle auto's vóór hem uitvielen, maar de overwinning kwam na een verbeten duel met de Porsche van Dan Gurney.
Ferrari won dat jaar, 1961, het wereldkampioenschap met Phil Hill. Maar in oktober ging het fout, toen Laura Ferrari zich met de zaken ging bemoeien. Acht belangrijke mannen binnen het bedrijf Ferrari staken de koppen bij elkaar en lieten een brief opstellen naar Enzo, waarin ze eisten dat Laura zich niet met de zaken zou bemoeien. Ze werden prompt ontslagen. Het ging om verkoopmanager Girolamo Gardini, technisch directeur Carlo Chiti, hoofd afdeling ontwerp straatauto's Giotto Bizzarrini, sportief directeur Romolo Tavoni, hoofd administratie Ermanno della Casa, hoofd juridisch Federico Giberti, hoofd personeelszaken Enzo Selmi en Fausto Galassi, de baas van het geheel.
Nu had Enzo nieuwe mensen nodig en dus ging hij op zoek. Zo kwamen Mauro Forghieri, Giampaolo Dallara, Franco Rocchi en Walter Salvarini in beeld. Hij besloot dat hij het best Dragoni kon aanstellen als sportief directeur. Dragoni wilde nog altijd graag Italiaans talent promoten, en dus werd Lodovico Scarfioti in een heuvelklim ingezet voor Ferrari. Het team Ferrari bestond nu uit Phil Hill, Willy Mairesse, Lodovico Scarfiotti, Giancarlo Baghetti en Ricardo Rodriguez. De auto's waren niet competitief en Dragoni haalde zich de woede van Hill op zijn hald door de Italianen voor te trekken. De Amerikaan verliet, samen met Baghetti, het team aan het eind van 1962 en Ferrari contracteerde John Surtees.
Willy Mairesse voelde zich ook onder druk gezet en verliet eind 1963 het team. Bandini en Surtees reden in 1964 met zijn tweeën - op ernstig verzoek van Surtees zette Ferrari slechts twee auto's in in de Formule 1 - en Surtees won dat jaar de titel.
In 1965 veranderden de reglementen en de relatie tussen Surtees en Dragoni kwam onder druk te staan, hoewel Ferrari in de Sportwagens nog altijd veel succes boekte. Het werd een machtsstrijd tussen de twee en halverwege 1966 werd Surtees ontslagen. Echter, de situatie was zo verslechterd, dat Ferrari besloot dat Dragoni ook de laan uit moest en in 1967 stond die op straat. Ferrari liet hem vervangen door journalist Franco Lini.
Alle moeite die Dragoni had gedaan voor het Italiaanse talent, leidde uiteindelijk tot niets. De carrière van Baghetti ging als een nachtkaars uit, in 1967 verongelukte Bandini op Monaco en in 1968 verongelukte Scarfiotti tijdens een heuvelklim. En Dragoni? Toen hij in 1974 als steward tijdens de Grote Prijs van Italië op Monza aanwezig was, overleed hij aan een hartaanval.
❮ Vorig bericht | Volgend bericht ❯
Reacties