Menu
© GForce
Achtergrond

'Mr. Beans', de oudste winnaar in de Formule 1

11 reacties | 7482x gelezen
15-12-2017 00:01

EvDelft | De oudste man die ooit een Formule 1 wereldkampioenschapsrace wist te winnen, was de Italiaan Luigi Fagioli.

Bron: Joe Saward

Hij deelde de winnende Alfa Romeo tijdens de Grote Prijs van Frankrijk in 1951 met Juan Manuel Fangio. Fangio was toen 40, maar Fagioli was 13 jaar ouder. Hij was, om precies te zijn, op die dag 53 jaar en 22 dagen oud. Het is een record dat hoogst waarschijnlijk nooit meer verbroken zal worden, omdat er sinds de jaren '70 geen coureurs meer hebben geracet die ouder waren dan 45.

Fagioli is niet alleen de oudste Formule 1-coureur die een race wist te winnen, maar waarschijnlijk ook de minst bekende. Zijn Engelse collegæ hadden hem de bijnaam 'The Abruzzi Robber' gegeven, vanwege zijn donkere, imponerende uiterlijk en zijn enorme temperament. Sommige verhalen willen dat Fagioli een accountant was, anderen zeggen dat hij zijn geld verdiende in de pasta-industrie. Het is moeilijk betrouwbare informatie te vinden, want het Italiaanse woord 'fagioli' betekent 'bonen'. Mr. Beans, dus...

Fagioli werd geboren in het pittoreske dorpje Osimo, in de heuvels in de beurt van Ancoa, in de zomer van 1898, en kreeg de namen Luigi Cristiano. Hij was de elfde en jongste zoon van de 39 jaar oude steenrijke Sisinio Fagioli en Maria Zoppi. De familie woonde in een herenhuis in het dorpje, dat mooi uitzicht bood over het landschap. Sisinio had een pastafabriek. Hij werd in 1907 geridderd tot Cavaliere del Lavoro, vanwege zijn verdiensten in de zakenwereld.

Een gezin met alleen maar jongens is een competitieve omgeving om in op te groeien, en de jonge Gigi merkte dat ook. Later ging hij inwonen bij één van zijn broers, in Gubbio, bij Perugia, waar hij agricultuur studeerde aan de universiteit van Perugia. Hij was gepassioneerd voor elke sport, en dat stond zijn studie in de weg. Dat deed zijn liefde voor film ook, en hij was een echte rokkenjager. Hij was een goed atleet, goed in boksen, worstelen en wielrennen. En toen ontdekte hij motorraces.

In 1923 racete hij met een 500cc Borgo en het duurde niet lang voor hij de strijd aan wist te gaan met de grote namen van die dag en hij wist te winnen ook. Twee grote namen die hij wist te verslaan waren een jonge Tazio Nuvolari en Achille Varzi. Echter, aan het einde van 1924 brak hij tijdens een ongeluk zijn been en zijn vader verbood hem ooit nog op een motorfiets te racen. Hij kocht voor Gigi een Samson Cyclecar, die volgens hem veel minder gevaarlijk waren. In 1925 overleed zijn vader en Fagioli kocht een Maserati voiturette voor zijn verzameling.

Hij was inmiddels 28 jaar oud, maar hij wist races te winnen met de Maserati en genoot van het succes op nationaal niveau. In 1933 werd hij door Enzo Ferrari gevraagd Nuvolari te vervangen, die naar Ferrari was gegaan. Hij won de Coppa Acerbo op Pescara en wist ook een race te winnen die niet voor het kampioenschap meetelde: de Grand Prix du Comminges op Saint-Gaudain. Ook won hij de Grote Prijs van Italië op Monza in dat jaar.

Deze laatste overwinning trok de aandacht van Mercedes en in 1934 ging hij naar Duitsland, waar hij de teamgenoot werd van Manfred von Brauchitsch en Rudolf Carracciola. Het was duidelijk dat hij alleen races mocht winnen als er geen Duitser in staat was dat te doen, en dat zorgde voor spanning binnen het team. Toch won hij de Coppa Acerbo, de Grote Prijzen van Italië en Spanje in 1934 en Monaco, de Avusrennen en en Penya Rhin in 1935. Hij werd tweede achter Carrcciola in het Europees kampioenschap in 193

In 1936 wist hij geen races te winnen en hij vertrok aan het einde van het seizoen naar Auto Union - voor een paar races. Echter, dit liep fout af toen hij Caracciola aanviel met een bandenlichter, omdat hij van mening was dat hij door hem op oneerlijke wijze was opgehouden.

Omdat hij last had van ischias - heupjicht - verdween hij uit de racerij tot 1947. Daar verscheen hij opeens in een sportwagenrace op Pescara. Het jaar erna reed hij de Grand Prix des Nations in Genève in een Maserati en ook in 1949 reed hij verschillende races, gewoonlijk in een Osca. Zijn beste resultaat was tweede in de Giro delle Calabria.

Het was dan ook een complete verrassing dat hij voor 1950 door het terugkerende fabrieksteam van Alfa Romeo genoemd werd als één van de drie vaste coureurs, naast Giuseppe Farina en Juan Manuel Fangio. De auto's waren dominant en Alfa Romeo wilde een consistente coureur. Fagioli, inmiddels 51, was dat. Tussen de Formule 1-races door bleef hij racen in zijn Osca en won onder andere de Mille Miglia. Het Formule 1-seizoen van 1950 kende zes races voor het wereldkampioenschap, waarvan hij er 5 op het podium wist te finishen: 1 keer als derde, 4 keer als tweede. De titel ging naar Farina en Fangio werd tweede in het kampioenschap, maar Fagioli had geweldig werk geleverd.

In 1951 bleef hij bij Alfa Romeo maar hij reed zijn eerste race pas tijdens de Grote Prijs van Frankrijk. Hij reed op de derde plek toen de aan de leiding liggende Fangio problemen kreeg met de magneetontsteking. Fagioli werd binnengeroepen en moest zijn wagen afstaan aan Fangio, die de race won. Ondertussen werd de auto van Fangio gerepareerd en daar werd Fagioli mee de baan op gestuurd - met 20 ronden achterstand. Omdat Fagioli en Fangio de auto hadden gedeeld, staat hij te boek als racewinnaar, maar het deed hem niets - hij was furieus en verliet het team.

In 1952 racete hij voor Lancia in de sportwagenklasse en reed naar een prachtige derde plek tijdens de Mille Miglia. Tijdens de trainingen voor een ondersteunende race voor de Grote Prijs van Monaco had hij echter een zwaar ongeluk en hij liep flinke verwondingen op. Deze waren op zich niet levensbedreigend, maar drie weken na het ongeluk raakte Fagioli in coma en overleed niet lang daarna.


❮ Vorig bericht | Volgend bericht ❯

Reacties

;