Menu
© Renault
Achtergrond

Het ongewilde record dat Nico Hülkenberg op het punt staat te breken

11 reacties | 7798x gelezen
10-09-2017 00:03

EvDelft | In de lagere klassen wist Nico Hülkenberg veel te winnen en hij werd dan ook gezien als toekomstig wereldkampioen toen hij in 2010 bij Williams zijn debuut maakte in de Formule 1. Echter, na 128 starts (inclusief de Grote Prijs van Italië, afgelopen weekeinde), heeft het Duitse talent nog steeds niet op het podium gestaan.

Bron: Formula1.com

Als hij dat in Singapore ook niet doet, dan heeft hij een nieuw record gevestigd - eentje dat niemand hebben wil. Namelijk de meeste races in de Formule 1 zonder een podiumplek. Laten we ter gelegenheid van dit feit eens kijken naar andere coureurs die veel races op hun naam hebben staan, maar nog nooit op het podium zijn gekomen.

Piercarlo Ghinzani - 75 starts

Niet elke coureur is bereid tegen elke prijs in de Formule 1 te rijden. Maar Piercarlo Ghinzani was dat wel. Zijn slogan? "Het is beter achteraan het veld in de Formule 1 te rijden, dan er helemaal niet te rijden…" Helaas voor hem, is dat ook waar hij bijna zijn hele carrière bivakkeerde: achteraan het veld, in slechte auto's waarin hij al moeite moest doen zich te kwalificeren. Sterker nog: als hij zich vaker had weten te kwalificeren, had hij niet als eerste in dit lijstje gestaan, maar waarschijnlijk een heel stuk verderop. Osella, een team dat stijf achteraan reed, was het team waar de Italiaan het meeste voor uit kwam. De combinatie Ghinzani - Osella wist slechts één keer in de punten te rijden: in de chaotische Grote Prijs van Dallas in 1984, die in de zengende hitte werd verreden. Hij wist als vijfde over de streep te komen en pakte daarmee twee punten. Dat was echter alleen aan het feit te danken dat er maar zes auto's aan de finish kwamen.

Vitantônio Liuzzi - 80 starts

Vitantônio Liuzzi was in 2005, toen hij bij Red Bull debuteerde, de Italiaanse hoop in bange dagen. Daarna kwam hij bij Toro Rosso terecht voor een volledig seizoen bij het nieuwe team, dat was in 2006. Hij reed 35 races voor het team uit Faenza en was stukken beter dan teamgenoot Scott Speed, voordat Helmut Marko besloot hem niet meer nodig te hebben. In zijn strijd terug te keren in de Formule 1, kwam hij voor anderhalf seizoen bij Force India terecht. Dat was in 2009, waar hij als invaller terecht kwam voor Giancarlo Fisichella, die Luca Badoer verving bij Ferrari. Helaas kon hij de statistieken van Fisichella niet evenaren en hij eindigde in 2011 bij HRT, achteraan het veld, waar hij nog 17 races voor wist te rijden.

Marc Surer - 82 starts

Gezien sommige ongelukken die Marc Surer had, is het al heel verbazend dat de getalenteerde Zwitser überhaupt 82 keer aan de start is verschenen. In 1979 debuteerde hij in de Formule 1 bij Ensign. In 1980 reed hij voor ATS, waar hij in de derde race van het seizoen een zwaar ongeluk had waarbij hij beide enkels brak. In een ander ongeluk in 1982 zou hij dat nog eens doen: wederom beide enkels gebroken. Daar tussenin reed hij voor Ensign, en hij kon daar met vlagen laten zien hoe goed hij eigenlijk echt was, toen hij in Brazilië aan het podium mocht ruiken. Hij finishte als vierde in een auto die eigenlijk niet eens in de top tien thuishoorde. Daarna kreeg hij weinig kansen meer om zijn talent aan te spreken. Zijn beste kans kwam echter in 1985, toen hij als teamgenoot van Nélson Piquet werd aangetrokken door Brabham. Maar hoewel hij één keer als vierde wist te finishen, tijdens de Grote Prijs van Italië, had hij veel last van technische mankementen, waardoor zijn potentieel nooit tot uiting kwam.

Jonathan Palmer - 83 starts

De vader van Jolyon Palmer, die nu voor Renault rijdt, is eigenlijk dokter. In zijn vroege carrière kwam hij niet in de buurt van het podium, omdat hij reed voor achterhoedeteams als RAM en Zakspeed. Het ging beter toen hij in 1987 naar Tyrrell verhuisde. Helaas kon hij in de wagen met een atmosferische motor weinig uitrichten tegen de rest van het veld, dat reed met turbomotoren. Hij kreeg weinig kans voorin mee te strijden. In 1987, tijdens de Grote Prijs van Australië, kwam hij echter heel erg dichtbij toen hij vierde werd - en hij was de beste coureur van de race in een auto zonder turbomotor. Hij had echter wel twee ronden achterstand op racewinnaar Gerhard Berger. Dat geeft al wel aan hoe de verhoudingen in het veld lagen.

Ukyo Katayama - 95 starts

Voordat de Japanner Ukyo Katayama in de Formule 1 debuteerde, had hij al heel wat hindernissen overwonnen. Echter, hij wist de laatste hindernis - het podium in de Formule 1 - nooit te nemen. Hij was snel en toegewijd, maar het had hem nooit gelukt in de Formule 1 te komen zonder de hulp van een persoonlijke sponsor. Na een aantal teleurstellende seizoenen in teams die moeite moesten doen zich te kwalificeren - Larrousse en Tyrrell - kreeg de coureur uit Tokyo in 1994 eindelijk de kans te laten zien wat hij kon. Vaak was hij sneller dan zijn meer ervaren teamgenoot Mark Blundell, en Katayama kwam in Duitsland vanaf de vijfde startplek in een goede race terecht - totdat zijn gaspedaal haperde en open bleef taan. Helaas zou Tyrrell daarna nooit meer een competitieve auto hebben. De rest van zijn carrière reed Katayama troosteloos achteraan.

Pedro Diniz - 98 starts

Pedro Paulo Diniz was geen mega talent en toen hij in 1995 met een dikke portemonnee in de Formule 1 debuteerde, waren er maar weinig die verwachtten dat hij bijna 100 keer van start zou gaan. De betalende coureur zou altijd dat stempel houden, hoewel hij zich soms heel aardig staande kon houden in het veld in auto's die in het middenveld thuishoorden. Echter, zijn posities konden nooit aan alleen snelheid worden toegeschreven. Hij reed voor Ligier en Arrows, en zag zijn teamgenoot op het podium komen. Echter, met dezelfde auto kwam Diniz niet verder dan vijfde. Dat was op zich al een hele prestatie, voor een coureur die nooit echt veel heeft laten zien.

Philippe Alliot - 109 starts

De Fransman Philippe Alliot was een echte brokkenpiloot die het negen seizoenen volhield. Hij debuteerde bij het ondergefinancieerde, onbetrouwbare team RAM in 1984. Het grootste deel van de rest van zijn carrière reed hij voor de Franse teams Ligier en Larrousse, die allebei niet echt aan de kop van het veld reden. Alliot besteedde veel van zijn tijd aan het afschrijven van de wagens. Tijdens het moeilijke jaar van McLaren in 1994 werd Alliot door Peugeot - de motorenpartner van McLaren - in de wagen gezet als vervanger van de geschorste Mika Häkkinen, in Hongarije. De beste plek die Alliot toen ooit had behaald, was de vijfde plaats. Ron Dennis, teambaas van McLaren, was totaal niet blij toen Alliot bij de kwalificatie een volle seconde langzamer was als teamgenoot Marin Burndle. Geen podiums voor Alliot. Zijn grootste succes was dat hij het zo lang in de Formule 1 wist uit te houden.

Pierluigi Martini - 119 starts

Pierluigi Martini was een zeer getalenteerd coureur die helaas voor hem zijn lot verbond aan dat van Minardi. Het kleine achterhoedeteam waar hij het gezicht van was, reed hij bijna zijn hele carrière voor. Er waren tijdens dat hij zich niet eens kon kwalificeren, er waren tijden die geplaagd werden door onbetrouwbaarheid, maar er waren zeker ook hoogtepunten. In 1989 wist Martini in de Minardi zelfs een race te leiden. Tijdens de laatste race van het seizoen, de Grote Prijs van Australië, wist hij zijn wagen als derde te kwalificeren. In 1990 wist hij dat zelfs te verbeteren door zich op de kwalificatiebanden van Pirelli naar de tweede plek te worstelen. Echter, beter dan vierde wist hij nooit te finishen. Net niet genoeg om uit deze lijst te blijven.

Adrian Sutil - 128 starts

Tot de Grote Prijs van België had Adrian Sutil het record zelf in handen. Hij reed het grootste deel van zijn carrière voor Force India. Het team was op dat moment thuis in het middenveld, maar in 2009 bleek de wagen opeens goed snel te zijn op Spa-Francorchamps en Monza. Giancarlo Fisichella, die voor Jordan had gereden en voor Benetton races had weten te winnen, wist daar voordeel uit te behalen. Op Monza wist Sutil vierde te worden, een halve seconde buiten het podium. Het team wist tijdens de carrière van Sutil nooit meer zo goed te presteren. Met een elfde plek in Hongarije in 2014 werd hij de houder van het record dat niemand wil. Gelukkig voor hem zal hij volgende week waarschijnlijk dat record kwijt zijn.

Nico Hülkenberg - 128 starts

Snel en betrouwbaar en gewaardeerd genoeg door Renault om een team om hem heen te bouwen. Het is eigenlijk een wonder dan Nico Hülkenberg nog nooit op het podium heeft gestaan in de Formule 1. Maar ja, ondanks dat hij altijd in verband werd gebracht met plekjes bij een topteam, heeft de Duitser nooit de wagens gehad om te strijden voor het podium, in de Formule 1. Wat wel een goede prestatie was, was zijn overwinning op Le Mans in 2016, en zijn pole positie op een vochtig Interlagos in zijn eerste seizoen. Maar om de één of andere reden heeft hij maar weinig kansen gekregen in de Formule 1 waarin hij echt heeft kunnen laten zien wat hij kan. Dat gezegd hebbende, was daar de Grote Prijs van Zuid Korea in 2013, waar hij in zijn Sauber zowel Lewis Hamilton als Fernando Alonso achter zich wist te houden. Die race had een podium waard geweest. En dat had hij ook moeten kunnen doen in Brazilië 2012, toen hij aan de leiding lag. En dit jaar in Azerbeidzjan. Maar in die races maakte hij kostbare fouten. Kan het zijn dat hij gewoon zijn mogelijkheden niet optimaal heeft weten te benutten? Uiteindelijk wist teamgenoot Sergio Pérez wel vier keer op het podium te komen, toen de twee bij Force India teamgenoten waren. Goed nieuws voor de Duitser is dat hij pas 30 jaar is en nog een paar jaar mee kan. En bij Renault maakt hij toch de meeste kans dat hij beter zal presteren dan ooit.


❮ Vorig bericht | Volgend bericht ❯

Reacties

;