3 reacties | 5462x gelezen
07-07-2017 00:11
EvDelft | 1973, ronde 12, 19 augustus 1973 XI Memphis Großer Preis von Osterreich, Österreichring, Oostenrijk
Bron: Second a lap
De voorlaatste ronde van het Europese kampioenschap van 1973 werd gehouden op de snelle Österreichring. Het circuit was immens populair bij de coureurs en de toeschouwers, en werd gesponsord door het populaire sigarettenmerk Memphis. Bij een juiste uitslag, zou Jackie Stewart zijn derde wereldtitel binnenhalen, met nog drie races te gaan. Tevens zou dit de eerste race zijn in de geschiedenis van de Formule 1 met een pacecar staande-bij. De algehele tendens was dat het gebrek aan een bepaalde snelheid bij het passeren van een ongeluk, zoals dat van Roger Williamson tijdens de Grote Prijs van Nederland een aanslag was op de veiligheid. Daarom leende de CSI (de voorloper van de FIA) het idee van een pacecar, dat in Amerika gebruikelijkwas. Aldus werd de beslissing genomen dat indien een serieus ongeluk gebeurde dat het circui geheel of gedeeltelijk blokkeerde, dan was fysiek, dan wel visueel, de auto's in volgorde achter de pacecar zouden rijden met een snelheid van 100 tot 110 kilometer per uur totdat het obstakel was verwijderd. Een test hiermee zou plaatsvinden tijdens de vrije training.
Inschrijving.
De grootste verrassing was de verschijning van Ferrari. Het team presteerde in 1973 niet best en onderging een herstructurering. De resultaten waren zelfs zó slecht dat Jacky Ickx het team had verlaten. De enige 312B3 werd bestuurd door Arturo Merzario. Surtees bleef met twee auto's deelnemen: eentje voor de nog puntenloze Mike Hailwood, en eentje voor Carlos Pace. McLaren had ook haar twee reguliere coureurs bij zic: veteraan Denny Hulme en Peter Revson. De tweede Williams werd bestuurd door Gijs van Lennep, terwijl ook Ensign en Hesketh verschenen. David Purley had zijn March teruggestuurd naar het fabrieksteam, en die zou bestuurd worden door Jean-Pierre Jarier. Echter, zonder de steun van STP. Het ongeluk van Williamson was de laatste druppel en de oliemaatschappij had zich teruggetrokken uit de Formule 1.
Training
De training trok veel fans, maar de bijna 50.000 toeschouwers werden teleurgesteld toen bleek dat Niki Lauda, die voor BRM zijn thuisrace zou rijden, niet kwam opdagen. Hij had tijdens de Grote Prijs van Duitsland zijn pols geblesseerd en die was nog niet genezen. Het snelle circuit werd geacht erg goed te passen bij de auto's van Lotus en inderdaad pakte Ronnie Peterson de pole positie. Zijn teamgenoot bij Lotus, Emerson Fittipaldi, stond naast hem. De Braziliaan was eindelijk weer 100% fit na zijn ongeluk op Zandvoort. De McLarens van Revson en Hulme vulden de tweede rij. Merzario deed vrijwel het onmogelijke door de enige Ferrari op de vijfde plek te zetten, vóór Carlos Reutemann, terwijl Pace zevende was, gevolgd door de beide auto van Tyrrell: Jackie Stewart vóór François Cevert. Het leek er sterk op dat de auto's van Tyrrell het snelle circuit niet prettig vonden. James Hunt completeerde de top tien in zijn Hesketh.
Jarier en Mike Beuttler volgende op plek 11 en 12, terwijl de beide auto's van BRM van Clay Regazzoni en Jean-Pierre Beltoise op rij 7 stonde. De rest van het veld werd gecompleteerd door Wilson Fittipaldi, Hailwood, Jackie Oliver, Rolf Stommelen, George Follmer, Rikky von Opel, Graham Hill, Howden Ganley en Gijs van Lennep. Chris Amon had op de laatste plek gestaan, maar beide auto's die hij bij zich had deden het niet goed dus hij besloot zich terug te trekken. Tecno bleek een fiasco.
Race
Warm weer zorgde ervoor dat er tijdens de race ongeveer 130.000 toeschouwers waren. Dat was duidelijk meer dan ooit in Oostenrijk. Peterson had een geweldige start, terwijl Hulme vóór Fittipaldi terecht kwam, met Merzario op de vierde plek. Revson had een verbrande koppeling en bleef achter op de startopstelling. Cevert moest een ontwijkende beweging maken en raakte Beuttler, die daarna ook geraakt werd door Hailwood. De oliekoeler van de March was stuk en Beuttler viel derhalve uit. Hulme bleef Peterson op de hielen zitten, terwijl Fittipaldi langzaam wegreed van Merzario, die nu Stewart, Reutemann, Pace, Cevert en Hunt achter zich had.
Het duurde tot de vierde ronde voordat Stewart eindelijk de Ferrari voorbij was, maar de top drie had toen al een behoorlijke voorsprong. Hunt was al uitgevallen toen een drijfstang brak. Cevert was de volgende die in de problemen kwam. Hij verkeek zich op een beweging die Merzario maakte en was te ongeduldig, waardoor de Ferrari en de Ferrari en de tweede Tyrrell elkaar raakten. Eenmaal in de pits bleek de wielophanging gebroken. Beide auto's van Shadow vielen ook uit: George Follmer had een misfire die niet kon worden opgelost en Oliver had een lekkende benzinetank.
De top drie had daar geen last van. Fittipaldi volgde Peterson en Hulme, terwijl Stewart op de vierde plek niet de snelheid had in te lopen op de kop. Wel was hij sneller dan Reutemann, die ook aan Merzario voorbij was. De Ferrari was een echte blokkade, en Pace, Jarier, Beltoise, Wilson Fittipaldi en Regazonni volgden allemaal op zeer korte afstand. Ganley, Hailwood, Hill, Stommelen, Von Opel, Van Lennep en Follmer volgenden op respectabele afstand.
Hulme viel uit in ronde 12, toen zijn Cosworth op zeven cilinders ging lopen. Fittipaldi lag nu tweede en Stewart vierde, inlopend op de McLaren. Pace en Jarier waren nu ook voorbij aan de Ferrari, die steeds meer plaatsen verloor. Hailwood had een lekke band en was in de pitstraat. Toen Hulme ook werd ingehaald door de Tyrrell van Stewart, besloot hij de pitstraat in te gaan om te zien of er iets aan zijn achtste cilinder gedaan kon worden. Dat kon, en niet veel later ging de Nieuw-Zeelander de baan weer op, als vijftiende, vlak voor Gijs van Lennep.
Lotus lag nu op de eerste en tweede plek, en Stewart was niet in staat het duo bij te houden. Zijn contract erend, liet Peterson in ronde 17 zijn teamgenoot voorbij om hem te helpen in zijn kansen zijn tweede titel te behalen. Pace was ondertussen voorbij aan Reutemann en lag vierde. Hulme had minder geluk. Net toen hij begon zich en weg te banen door het middenveld, gaf dezelfde cilinder in zijn motor het op en wederom moest hij de pitstraat in. Ganly en Wilson Fittipaldi hadden ook problemen met hun motor, terwijl Stommelen stopte met een kapot wiellager. Follmer werd uit zijn lijden verlost toen het differentieel het opgaf. Hill volgde niet veel later toen zijn achterwielophanging het opgaf.
De volgende serie uitvallers bestond uit Wilson Fittipaldi, Jarier (vanaf de zesde plek in wat tot dan toe zijn beste Formule 1-race was), en Von Opel. Echter, het was spanneder aan kop. Carlos Pace zette in zijn Surtees ronderecord na ronderecord neer en in ronde 48 was de voorsprong van Stewart op de Braziliaan nog maar vier seconden. Toen opeens viel Emerson uit. Een brandstofleiding was losgetrild en dat zorgde ervoor dat zijn motor geen brandstof meer kreeg, die er dientengevolge mee ophield. Er was niets dat hij kon doen. De kansen voor de titel waren nu alleen not maar rekenkundig.
En zo pakte Peterson na 54 ronden zijn tweede overwinning van het seizoen. Stewart kon amper geloven dat hij met een niet competitieve auto toch nog zes punten had weten te pakken. De dreiging die Pace vormde kwam tot een einde toen de Surtees problemen ontwikkelde met het branstofsysteem en de motor vermogen verloor. Toch wist hij nog derde te worden, vlak voor Reutemann. De beide auto's van BRM van Beltoise en Regazzoni pakten de laatste punten op de vijfde en zesde plek, na een ongewoon probleemloze race voor het team. Merzario eindigde op de zevende plek, op één ronde achterstand. Hulm, Van Lennep Hailwood en Ganley waren de overige coureurs die rijdend over de finish kwamen.
Uitslag
1. Ronnie Peterson, Lotus, 1:28'48"78
2. Jackie Stewart, Tyrrell, + 9"017
3. Carlos Pace, Surtees, + 46"64
4. Carlos Reutemann, Brabham, + 47"91
5. Jean-Pierre Beltoise, BRM, + 1'21"60
6. Clay Regazzoni, BRM, + 1'38"40
7. Arturo Merzario, Ferrari, + 1 ronde
8. Denny Hulme, McLaren, + 1 ronde
9. Gijs van Lennep, Iso Marlboro, + 2 ronden
10. Mike Hailwood, Surtees, + 5 ronde
11. Emerson Fittipaldi, Lotus, + 6 ronden / brandstofsysteem
NC. Howden Ganley, Iso Marlboro, + 10 ronden
Uitgevallen:
Jean-Pierre Jarier, March, Motor, ronde 37
Rikky von Opel, Ensign, Brandstofsysteem, ronde 34
Wilson Fittipaldi, Brabham, Brandstofsysteem, ronde 31
Graham Hill, Shadow, Ophanging, ronde 28
George Follmer, Shadow, Differentieel, ronde 23
Rolf Stommelen, Brabham, Wiellager, ronde 21
Jackie Oliver, Shadow, Brandstoflek, ronde 9
François Cevert, Tyrrell, Schade na aanrijding, ronde 6
James Hunt, March, Injectiesysteem, ronde 3
Peter Revson, McLaren, Koppeling, ronde 0
Mike Beuttler, March, Aanrijding, ronde 0
Chris Amon, Tecno, niet gestart
Niki Lauda, BRM, niet gestart
Jackie Ickx, Ferrari, niet gestart
❮ Vorig bericht | Volgend bericht ❯
Reacties
Geweldig he die strijkijzers....waar schepte ze de kolen naar binnen??
Thansk EvDelft !
ik was toen nog iets te jong om me deze te herinneren :)