9 reacties | 2842x gelezen
31-05-2016 17:54
EvDelft | Teambaas Monisha Kaltenborn zei dat de botsing tussen haar twee coureurs in Monaco 'onacceptabel' was.
Bron: ESPN.co.uk
Beide auto's vielen uit naar aanleiding van de botsing tussen de twee teamgenoten in Rascasse nadat Marcus Ericsson probeerde Felipe Nasr in te halen voor plek 14. Ericsson reed in op de zijkant van de auto van zijn teamgenoot en kreeg later een straf van drie startplaatsen in Canada voor het veroorzaken van een botsing.
Voorafgaand aan het ongeluk was Nasr verteld dat Ericsson hem mocht inhalen, maar hij negeerde de opdracht. Hij liet weten dat een probleem met zijn motor en de vele blauwe vlaggen de oorzaak waren van zijn hoge rondetijden. Kaltenborn zei dat het team bij de opdracht bleef en dat ze met haar coureurs om tafel gaat zitten om er zeker van te zijn dat dit in de toekomst niet meer gebeurt.
Kaltenborn: "Het was onacceptabel gedrag van beide coureurs. Het werk van het hele team eindigde vandaag in een botsing. Marcus en Felipe weten beiden hoeveel werk er elk weekeinde verzet moet worden. Ze hebben de verantwoordelijkheid het einde van de race te halen. Nadat we de situatie hebben geëvalueerd, was het belangrijk de snelste auto zo ver mogelijk naar voren te krijgen, zodat we van elke mogelijkheid gebruik zouden kunnen maken. Onze beslissing was gebaseerd op de gegevens van beide auto's. Daarna hebben we de situatie uitgelegd aan beide coureurs en zij zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheden. Zulke ongelukken zullen niet meer voorkomen."
Ericsson legde uit dat hij groen licht had gekregen Nasr in te halen en dacht dat zijn poging zou gaan lukken: "Ik was drie tot vier seconden per ronde sneller dan Felipe, ik zat vast achter hem en vroeg het team wat ik moest doen. Zij vertelden mij dat we van positie moesten wisselen. Ze hebben mij zeven of acht ronden lang verteld dat ze met Felipe aan het praten waren. Toen ik na acht ronden nog steeds niet aan hem voorbij kon, zei ik tegen het team: 'We verliezen te veel tijd op deze manier'. We hadden een heel goede snelheid. Ik was zeker twee seconden sneller en dat kon ik niet gebruiken. Ik zei dat ik het dan maar op eigen houtje zou gaan proberen. Ik kreeg toestemming van mijn race-engineer om hem in te halen en ik probeerde dat in de bocht waar ik het eerder probeerde op Bottas. Ik kon hem daar bijna passeren maar dat liep goed af. Daarom probeerde ik het daar nogmaals op Felipe. In het ergste geval, zo redeneerde ik, zou het niet lukken. Het was een goede plek vond ik zelf, omdat ik zag dat Nasr vooral in de laatste sector veel problemen had. Dus ik ging ervoor maar uiteindelijk botsten we dus."
De opdracht aan Felipe Nasr werd door Sauber uitgevaardigd twee ronden nadat de virtuele safetycar werd opgeheven, welke was ingesteld naar aanleiding van het ongeluk van Verstappen in Massanet. Nasr pakte daarna zijn snelheid weer op en liep in op Romain Grosjean, die op plaats 13 reed. Hij liet duidelijk merken het niet met de teamopdracht eens te zijn.
Nasr: "Ik reed mijn eigen race. Om te beginnen is het Monaco. De omstandigheden waren erg listig voor iedereen. Als de baan langzaam opdroogt, is er maar één racelijn voor iedereen. Het was heel moeilijk inhalen op de baan onder alle omstandigheden. Alles wat ik kan zeggen, is dat ik reed met de oudere motor, startte vanuit de pitstraat, en mijn race ging redelijk goed. Maar toen ik de leiders van de race voorbij moest laten, bleef ik drie ronden lang nog blauwe vlaggen krijgen. Daardoor verloor ik temperatuur in mijn banden. Toen kreeg ik problemen met mijn motor en ik probeerde vanuit mijn auto die problemen te diagnostiseren. Ik had een misfire en dat hielp mij zeker niet. Ericsson probeerde mij in te halen en toen botsten we in Rascasse."
❮ Vorig bericht | Volgend bericht ❯
Reacties